Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen zeidet gij tot uw knechten: Indien uw kleinste broeder met u niet afkomt, zo [30]zult gij mijn aangezicht niet meer zien. 30. Hebr. niet toedoen, of, voortvaren, om mijn aangezicht te zien. Zie boven, hfdst.43 vs.5.